Vroege mensen waren uitvinders, suggereert Stone Tool Discovery

9

Een baanbrekende ontdekking in het noordwesten van Kenia herschrijft ons begrip van de menselijke evolutie, wat erop wijst dat de allereerste mensen niet alleen opportunistisch gereedschap gebruikten, maar honderdduizenden jaren lang actief technologie uitvonden en doorgaven. Onderzoekers die een site genaamd Namorotukunan analyseren, hebben ontdekt dat het gebruik van stenen werktuigen een verbazingwekkende 300.000 jaar beslaat, een periode die veel langer is dan eerder werd gedacht.

Eerdere aannames uitdagen

Jarenlang werd aangenomen dat het vroege gebruik van menselijke gereedschappen een sporadisch fenomeen was – een kortstondig experiment dat snel werd stopgezet. De Namorotukunan-vondst onthult echter een opmerkelijke continuïteit van gedrag, wat dit idee ter discussie stelt. De ontdekking geeft aan dat het gebruik van gereedschap onder mensen en hun voorouders waarschijnlijk veel eerder en consistenter is dan eerder werd aangenomen.

De Namorotukunan-site: een venster op het verleden

Archeologen hebben tien jaar lang de locatie uitgegraven en meer dan 1.300 steenvlokken, hamerstenen en stenen kernen opgegraven. Deze gereedschappen, vervaardigd met behulp van een technologie die bekend staat als Oldowan, vertegenwoordigen de vroegste wijdverbreide methode voor het maken van stenen werktuigen. Opvallend is dat dezelfde soorten werktuigen werden aangetroffen in drie verschillende geologische lagen, die elk met een ander tijdstip correspondeerden, waardoor de tijdlijn voor langdurig gebruik van werktuigen werd teruggedrongen.

Bewijs van vaardigheid en vindingrijkheid

De kwaliteit van de gereedschappen die bij Namorotukunan worden gevonden, duidt verder op een hoog niveau van verfijning onder de gereedschapmakers. Senior geowetenschapper dr. Dan Palcu Rolier van de Universiteit van São Paulo merkte op dat de gereedschapmakers ‘de beste grondstoffen wisten te vinden’ en dat de gereedschappen zelf uitzonderlijk goed gemaakt zijn – scherp genoeg om vingers te snijden. Dit duidt op vakkundig vakmanschap en een bewuste materiaalkeuze.

Technologie als overlevingsstrategie

Het onderzoek benadrukt hoe het gebruik van gereedschap deze vroege mensen in staat stelde te gedijen tijdens perioden van dramatische veranderingen in het milieu. De regio transformeerde van weelderige wetlands naar droge graslanden en halfwoestijnen. Terwijl dierenpopulaties zich normaal gesproken zouden aanpassen door middel van evolutie of migreren, pasten de gereedschapmakers hun methoden aan om voedselbronnen veilig te stellen.

“Technologie stelde deze vroege bewoners van Oost-Turkana in staat te overleven in een snel veranderend landschap – niet door zichzelf aan te passen, maar door hun manieren om voedsel te vinden aan te passen.” – Dr. Dan Palcu Rolier

Het vermogen om via technologie toegang te krijgen tot verschillende voedselbronnen bood een cruciaal voordeel, waardoor deze vroege mensen de uitdagingen van een veranderende omgeving konden omzeilen. Uit bewijsmateriaal dat op de locatie is gevonden, blijkt dat dierenbeenderen zijn gebroken en gesneden met stenen werktuigen, wat wijst op een consistent gebruik van vlees als voedselbron gedurende deze periode van verandering.

De relatie tussen hersengrootte en gereedschapsgebruik heroverwegen

De ontdekking daagt ook de wijdverbreide overtuiging uit dat continu gereedschapsgebruik veel later ontstond, samenvallend met de evolutie van grotere menselijke hersenen. Het feit dat geavanceerde hulpmiddelen werden gebruikt vóór deze aanzienlijke toename van de hersengrootte suggereert dat de vroege mens over een opmerkelijk vindingrijkheid en aanpassingsvermogen beschikte.

“Het argument is dat we te maken hebben met een behoorlijk substantiële toename van de hersengrootte. En dus is de bewering vaak geweest dat het gebruik van hulpmiddelen hen in staat stelde dit grote brein te voeden. Maar wat we bij Namorotukunan zien, is dat deze echt vroege hulpmiddelen worden gebruikt vóór de toename van de hersengrootte.” – Prof.David Braun

Een kijkje in de diepe wortels van de mensheid

Ongeveer 2,75 miljoen jaar geleden was de regio de thuisbasis van enkele van de eerste mensen, die relatief kleine hersenen hadden. Deze individuen leefden waarschijnlijk naast australopithecines, een groep pre-menselijke voorouders die werden gekenmerkt door grotere tanden en een mix van chimpansee- en menselijke kenmerken. De vondst van Namorotukunan schetst een beeld van deze vroege mensen die hun wereld actief vormgaven door middel van technologie, wat aantoont dat ons vermogen om zich aan te passen en te innoveren door middel van het gebruik van gereedschappen diep geworteld is in onze geschiedenis – die ver teruggaat tot 2,75 miljoen jaar geleden en waarschijnlijk zelfs eerder. Deze ontdekking verandert fundamenteel ons begrip van de menselijke evolutie en benadrukt het opmerkelijke vermogen tot uitvindingen dat onze vroegste voorouders definieerde.